We waren er eindelijk in geslaagd het bovenste deel van de gasoven te laten branden. Saar zou dan ook quiche maken voor het avondeten. Hoera!
Willy was iets minder enthousiast. Ze wist namelijk niet wat quiche was en wat ze niet kent wantrouwt ze. Nadat we haar hadden uitgelegd dat het een soort taart was met een hartige vulling draaide ze al wat bij.
Saar gaf aan Willy door wat ze allemaal nodig had zodat ze, samen met Made, op de brommer naar de Bintang supermarkt kon.
Groenten, gehakt en room moesten gekocht worden, de rest hadden we in huis.
Saar vroeg nog of Willy wist wat ‘room’ was. Ja, dat wist ze. Dat gebruikte je in taarten.
’s Avonds tijdens het eten van de, tussen haakjes erg lekkere quiche, hoorde ik het verhaal over de Babylonische spraakverwarring.
Willy was van haar boodschappentocht teruggekomen met de groenten, het gehakt en een klein flesje rum.
Toen Saar vroeg wat de bedoeling was van die rum antwoordde ze dat tante toch rum had besteld voor in de taart.
‘Room!”, zei Saar ‘niet Rum!’.
Na enige verduidelijking en raadpleging van het engels-indonesisch woordenboek, had Willy gezegd ‘Oh, krim!’. ‘Waarom zei tante dan niet gelijk krim (= cream)!’
Ik zat me te verkneukelen bij dit alles, en niet alleen om de spraakverwarring en de nog steeds verontwaardigde gezichten van beide partijen, stellig overtuigd van hun eigen gelijk.
Na het eten zei ik dan ook: ‘En nu tijd voor een kopje koffie met een lekker glaasje rum!’
Willy keek me een beetje zielig aan en zei toen ‘Tidak bisa (dat kan niet) oom.’
‘Hoezo, dat kan niet!?’ vroeg ik.
Bleek dat ze bij haar tweede shoppingronde het flesje rum van Saar had moeten omruilen voor een familiepak toiletpapier.
Saar keek me aan met een sardonisch lachje om de mond.
‘Je wil toch vermageren’, zei ze, ‘dan is rum heel slecht: veel suiker en veel alcohol. Het was voor je bestwil, geloof me’.
Ja potverdorie nog eens aan toe zeg!