EXCURSIES

Fietstocht Pejeng

Naar Pejeng en terug

Lengte: 14,5 km
Moeilijkheidsgraad: Steile klim en afdaling in het begin en op het einde, verder makkelijk traject. Altijd asfalt.
Horeca: Veel kleine winkels en drankstalletjes.
Zon en schaduw: Afwisselend. Het lastige traject aan begin en einde ligt grotendeels in de schaduw.
Opmerking: Sarongs meenemen voor bezoek aan tempels.

Een kaart en routebeschrijving ontvang je voor vertrek.

Je verlaat Villa Sabandari en rijdt naar beneden tot aan de T-splitsing en je neemt links. Volg deze zwaar geaccidenteerde asfaltweg. Vermijd de diepe putten als je snelheid maakt op de dalende stukken. Na 300 m rijd je een irrigatiekanaal onderdoor.

Voorbij de oprijlaan van Maya Ubud, één van de meest bekende boutique resorts in Ubud, daalt de weg enorm steil tot aan de rivier Petanu. Daarna komt een lastige klim, zelfs met een haarspeldbocht. Gelukkig ligt dit traject in de schaduw. Je daalt weer en bij een brug met een gele reling ga je rechtsaf om nog een kort stukje te klimmen.

Bij het volgende kruispunt tegenover een Balai Banjar (paviljoen waar de buurtbewoners samenkomen), ga je weer rechts (zie kaart punt 1). Deze weg loopt 300 m verder uit in de rijstvelden. Ga hier links. Blijf deze bochtige weg volgen, je komt voorbij de tempel Pura Agung.
100 meter verder het kruispunt oversteken en deze weg volgen tot een T-splitsing (zie kaart punt 2). Ga hier rechts en de eerste weer links. Je komt via een winkelstraatje ter hoogte van het Kantor Perbekel aan in Pejeng. Neem de Raya Pejeng naar rechts. In dit dorp zijn verschillende bezienswaardigheden waarover je uitgebreide informatie vindt in de bibliotheek van Villa Sabandari of op het web:

de tempel Pura Penataran Sasih met de Maan van Pejeng (links na 100 m, tegenover de markt, zie kaart punt 3)
de tempel Pura Kebo Edan met een reuzenbeeld (400 m verder aan de rechterkant, zie kaart punt 4)
het archeologisch Museum Purbakala (200 m verder aan linkerkant, zie kaart punt 5)

Een rustig gelegen tempel kan je bekijken net buiten Pejeng. Rij 500 m voorbij het museum tot een kruispunt met een beeld van Catur Muka (Brahma met de vier gezichten) en sla hier links in.

Zo’n 200 m verder, net voorbij de Balai Banjar met het hoge rode pannendak, ligt de tempelgrond van Pura Samuan Tiga (zie kaart punt 6) onder enorme banyanbomen.

In deze tempel heeft jaarlijks het Siat Sampianfestival plaats (meestal in april, twee weken na Nyepi, de Dag van de Stilte). Tijdens dit festival wordt een eeuwenoud ritueel gevecht uitgevoerd met jonge kokospalmbladeren. Voorbij de indrukwekkende gespleten poort (candi bentar) kom je in het openbare gedeelte van de tempel.

Aan je linkerkant vind je een uitgebreide plattegrond waarop de verschillende altaren en paviljoenen aangeduid staan. Achter de gouden deur bovenaan de steile trap ligt de gesloten binnentuin. Na het bezoek ga je links langs de tempelmuur verder, het bruggetje over.

In een bocht naar links merk je een swastika uitgesneden in een houten een dakpaneel van de dodentempel. De swastika staat in het hindoeïsme symbool voor leven, voorspoed en geluk. Achter het volleybalveld, ook aan je linkerhand, ligt een arena voor hanengevechten.

Blijf de asfaltweg volgen tot een kruispunt met rechtdoor een betegelde voetweg. Neem hier links en onmiddellijk rechts. Volg deze slingerende weg gedurende 1,5 km. Ga bij een bord met Banjar Dinas Pacung naar links. Je passeert links Villa Kartini en rechts Casa Oom Joop.

Wat buiten de bebouwing, tussen een school en de tempel Pura Pengukur-Ukuran, leidt een stenen trap met reusachtige treden naar de toegangspoort en de rustige tuin van Goa Garba (zie kaart punt 7). In deze tuin vind je drie nissen die uitgehouwen werden in de rotsen.

Hier mediteerde volgens de legende de reus Kebo Iwo. In de twee kleinere nissen rechts met de inscriptie in het Sanskriet voor ‘Sri’, mediteerden zijn vrouwen. Als je de oude tuinman tegenkomt dan zal hij je graag het verhaal van Kebo Iwo vertellen en je de verborgen ruimte in de rots tonen. Je waant je even in het decor van een Indiana Jones film.

Volgens de tuinman zou hier vroeger de toegang gelegen hebben tot een gang onder de berg. Maar historici vermoeden dat het complex dateert uit de 12de eeuw en een bad- en meditatieplaats geweest is van een koninklijke familie.

Na Goa Garba ga je weer links dezelfde weg terug tot je, 800 meter verder in de berm links een gedenksteen en een traditioneel offeraltaartje ziet (zie kaart punt 8). Ga hier rechtsaf, en volg deze weg (na 500 draait hij rechts en weer links) tot op het kruispunt met de Raya Pejeng. Steek over en neem de tweede rechts en daarna de eerste links (zie kaart punt 2).

Na een afdaling en een korte klim kom je op een kruispunt met drie offeraltaren. Ga daar links tot je in een scherpe bocht naar rechts een bord ziet met Candi Tebing Kalebutan. Links ligt een Hindoecrematieplaats met resten van offertjes en een paar gedenkstenen.

Volg te voet het smalle pad naar beneden. Rechts aan de overkant van het valleitje tegen de verticale rotswand (= tebing), zie je de uitgehouwen omtrek van een schrijn (= candi) (zie kaart punt 9). Neem verderop de trap rechts naar beneden. Let op want de treden zijn erg glad. Bij de rivier kan je baden; het is een wasplaats van de plaatselijke bevolking. Als je bovenaan de trap naar rechts gaat zie je wat verder nog een trap. Deze keer geflankeerd door twee gele parasols. Een teken dat de godheid aanwezig is. Hier mag niet gebaad maar wel geofferd worden.

Op het asfalt vervolg je de weg naar links. Je bent nu in Dukuh. Na 800 m volgt een scherpe bocht naar rechts (zie kaart punt 10) en weer 800 m verder in een volgende bocht naar rechts neem je de smallere weg naar links (zie kaart punt 11). Je komt na 400 m met een scherpe bocht uit op een drukkere weg. Je daalt en bij de brug met gele reling over de Telantung herken je dezelfde weg als aan het begin van de tocht.

Je weet dat je nu nog een afwisseling van dalen en klimmen voor de boeg hebt. Een flinke kilometer verder, dit is 300 m nadat je een irrigatiekanaal onderdoor bent gereden, neem je bij een flauwe bocht naar links, het weggetje naar rechts.

Na een korte supersteile helling (afstappen is zeker geen schande!) kom je voorbij de Masceti tempel aan in Villa Sabandari.