Flora in Villa Sabandari, één van de boutique villas in Ubud
De tuinmuur aan de straatkant is volledig begroeid met een sterk woekerende klimplant.
Aan de voet ervan vonden we de laatste dagen steeds meer gele vruchten met een wat appelachtige schil.
Made, onze pembantu (hulp in de huishouding), vertelde dat de vrucht in het Bahasa Indonesia ‘Markisa’ heet en dat ze een zoetzure smaak heeft. Na enig ‘gegoogle’ kwamen we bij de Passiflora edulis forma flavicarpa, de gele passievrucht terecht. Het blijkt een van oorsprong Brazilaanse tropische vrucht, de Maracuya, te zijn. Iets zoeter dan zijn paarse broertje dat in Europa in de supermarkt te krijgen is, en ook een stuk groter.
Op de foto: geel en paars broederlijk naast elkaar.
Onze kok zal weer creatief aan de slag kunnen met een ingrediënt uit eigen tuin!
Een fris welkomstdrankje op basis van gele passievruchtjuice? Geroosterde eend met passievrucht- en mangosaus? Een slaatje met een frisse passievrucht- en soyasaus dressing…?
Ik denk maar hardop.
En dan schijnen zowel de bladeren als de vruchten nog eens allerhande geneeskrachtige werkingen te hebben.
“These are typical phytochemicals found in passion fruit: passaflorine, harmine, harman, harmol, harmalin, carotenoids, vitexin, isovitexin and chrysin, scopoletin, carotenoids, theobromine.”
Het was weer een leerzame en vruchtbare 😉 dag.