Rond 17:30 komen de eerste formaties aanvliegen vanuit het zuiden. Witte koereigers (Bubulcus ibis) op weg naar hun overnachtingsplek in de bomen rond Petulu, een dorpje van artiesten, dansers, steenkappers en houtbewerkers, op circa 5 km ten noordoosten van Ubud.
Op de rug drijvend in het zwembad zie je groep na groep in stilte overvliegen en je weet dat het snel zal gaan schemeren.
Op 30 september 1965 vond er een poging tot staatsgreep plaats die door de latere president Suharto werd neergeslagen. Dit leidde, begin october 1965, tot een grootscheepse heksenjacht op echte of vermeende communisten. De orchestratie van het drama gebeurde door religieuze extremisten. Het fenomeen is dus van alle tijden. Op Bali, waar al spanningen bestonden tussen verschillende bevolkingsgroepen omwille van het kastesysteem en ten gevolge van hervormingen in de grondeigendom, kostten deze onlusten het leven aan tienduizenden mensen. In heel Indonesië wordt de dodentol geraamd op een half miljoen. Veel van de slachtoffers van de slachtpartijen rondom Ubud zijn begraven bij Petulu.
Een week na de moordpartijen zijn de reigers, bij valavond, met duizenden beginnen toekomen in Petulu om te overnachten in de bomen rond het dorp.
De lokale bevolking ziet dan ook in deze vogels de reïncarnatie van de gestorvenen.
De totale kolonie zou bestaan uit zo’n 15.000 vogels wat aanleiding geeft tot een crescendo aan gekwetter bij het arriveren van steeds weer nieuwe groepjes.
In Ubud is dit het moment, de laatste tien minuten voor zonsondergang, dat zwaluwen en vleermuizen samen jagen en beurtelings, behendig, onfortuinlijke insecten uit het zwembad plukken.
Daarna nemen de kikkers het over in de rijstvelden, Bali maakt zich op voor de nacht.