Ik schreef al eerder over Saraswati,* de godin van de kennis en tevens, in de Balinese kalender, de dag waarop aan deze godin wordt geofferd. Alles staat die dag in het teken van de kennis. De kinderen gaan niet naar school in hun uniformen maar in volledige traditionele klederdracht.
Tijdens het laatste Odalanfeest in de tempel, ontmoetten we kort de landeigenaar Cokorda Trisnu Alit en zijn gezin. De oudste zoon sprak wat Engels en ik zei aan Pak Cok, want zo noem ik hem, dat zijn zoon altijd op bezoek mocht komen om zijn ‘English Conversation’ bij te spijkeren. Was het daardoor of doet het verhaal de ronde dat er in een kleinschalig hotel in Ubud, op de heuvel Gunung Sari, een raar oud mannetje woont dat Engels kan spreken en niet om een anekdootje verlegen zit? Dat er daar met andere woorden op een relaxte manier ‘kennis’ kan gesprokkeld worden tot meerdere eer en glorie van de godin Saraswati?
Cokorda junior en drie van zijn vrienden kwamen onverwacht aankloppen en we hadden een leuk gesprek over een grote verscheidenheid aan onderwerpen: hun toekomstplannen, het belang van talenkennis, de houding tegenover mens, dier en natuur, het hindoeïsme, het belang van tradities en gebruiken enz., enz.
Saraswati zal tevreden hebben toegekeken.
Sarasvati (Sanskriet: सरस्वती) wordt in de Vedas beschouwd als moedergodin van de stroom, van oorspronkelijk de oeroceaan, het vrouwelijk aspect van schepping, de vruchtbaarheid. Daarna is zij, voornamelijk als Hindoeïstische godheid, de godin van kennis en kunst, muziek en dichtkunst, wijsheid, schrift en literatuur. Want dat alles borrelt als vanzelf op uit het aldoordringend water van de oeroceaan, de bron van alle leven.
Bron: Wikipedia